Leerpad: De impact van armoede op Executieve Functies
Leerpad: De impact van armoede op Executieve Functies
Doelstelling
Als school, leerkracht of ondersteuner kijken we naar leerlingen en hun ontwikkeling, prestaties, welzijn en gedrag. Ieder vertrekt vanuit een eigen referentiekader dat gevuld is met allerlei dingen, dus ook met verwachtingen.
Dit schooljaar hebben we het referentiekader van onze OCB armoededeskundige kunnen meenemen in een schooltraject.
We leerden concreter kijken naar de verwachtingen van de school en de leerkrachten en de drempels die opgroeien in armoede met zich meebrengen.
Hoewel er evenveel vragen als antwoorden opdoken, delen we graag via deze oefening een deel van ons proces.
School X had eens een vergadering
Daarin gingen ze aan de slag rond de pijlers uit hun visie. Per kernwoord schreven ze op een flap:
- wat verstaan we hieronder?
- waarom vinden we dat belangrijk?
- hoe doen we dit?
Hieronder vind je de resultaten van 2 van die flappen. De ambitie van de school voor zichzelf en voor de leerlingen is er duidelijk in te zien.
Pijler: verantwoordelijkheid
Wat verstaan we hieronder?
- Verantwoordelijk zijn voor je eigen leerproces (mits ondersteuning)
- Je eigen last dragen
- Bewust van je eigen gedrag en de gevolgen dragen
- Keuzes maken
Waarom vinden we dit belangrijk?
- Zelfbewustzijn
- Succesvol leven
- Eigen aandeel zien
- Activeren van de leerlingen
- Leerlingen actief de maatschappij laten vormgeven
- Geluk in eigen handen kunnen nemen
Hoe doen we dit?
- Leerlingen zelf (leer-)proces in handen laten nemen (met sturing, feedback,...)
- Gepast en ongepast gedrag expliciet benoemen
- Geleidelijk meer zelf laten doen
- Te weinig
- Vanuit de rol van coach en mentor hieraan werken
- Oudercontacten zelf laten voorbereiden
Pijler: kritische en ondernemende burgers
Wat verstaan we hieronder?
- Zichzelf en de wereld in vraag stellen
- Van doel naar realisatie van een project leren gaan
- Kennis van zichzelf, de maatschappij en de wereld
- Initiatief nemen om tot eigen succes te komen, niet alles blindelings geloven
Waarom vinden we dit belangrijk?
- Manier van leven
- Tools om complexe problemen later aan te pakken
- Actieve burgers vormen die bergen kunnen verzetten
- Kritische mensen maken de wereld rijker/ meer divers/ interessanter
- Om zelfbewuster en veerkrachtiger in het leven te staan
- Om eigen keuzes te kunnen maken en evenwicht te vinden in eigen leven
- Hersenen zijn onze grondstof
Hoe doen we dit?
- Zelf kritisch zijn voor ontwikkelen eigen lesmateriaal
- Project zelf laten ontwikkelen + groepswerk
- Eigen leerproces analyseren en bijsturen
- Kritisch naar klasgenoten hun presentaties kijken
- Lesinhoud kaderen binnen een context (wereld, maatschappij,… )
- Alle vragen verwelkomen, verdraagzaamheid in een veilig klasklimaat
Executieve functies
EF in volgorde waarin ze zich ontwikkelen*
Responsinhibitie: Het vermogen om na te denken voor je iets doet. Als je tiener de neiging kan weerstaan om meteen iets te zeggen of te doen, heeft hij/zij de tijd om een oordeel te vormen over een situatie en de invloed daarvan op zijn/haar gedrag.
Werkgeheugen: De vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken. Daarbij gaat het erom eerder geleerde vaardigheden of ervaringen toe te passen in een actuele of toekomstige situatie.
Emotieregulatie: Het vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren.
Flexibiliteit: De vaardigheid om plannen te herzien als er zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten worden gemaakt. Het gaat daarbij om aanpassing aan veranderende omstandigheden.
Volgehouden aandacht: De vaardigheid om aandacht te blijven schenken aan een situatie of taak ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling.
Taakinitiatie: Het vermogen om zonder dralen aan een taak te beginnen, op tijd en op een efficiënte wijze.
Planning/prioritering: De vaardigheid om een plan te maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Het gaat er daarbij ook om dat de tiener in staat is beslissingen te nemen over wat belangrijk en niet belangrijk is.
Organisatie: Het vermogen om systemen te ontwikkelen en te onderhouden om op de hoogte te blijven van informatie of benodigde materialen.
Timemanagement: De vaardigheid om in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je deze het beste kunt verdelen en hoe je een deadline moet halen. Het besef dat tijd belangrijk is.
Doelgericht gedrag: Het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door tegengestelde belangen.
Metacognitie: Het vermogen om een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt. Het gaat daarbij om zelfmonitoring en zelfevaluatie door je bijvoorbeeld af te vragen: ‘Hoe breng ik het ervan af?’ of ‘Hoe heb ik het gedaan?’.
* Dit is de lijst van EF die de auteurs Richard Guere, Peg Dawson en Colin Guare voorstellen in hun boek. Andere auteurs noteren soms een beknoptere lijst, de meeste spreken van vijf tot acht EF.
Opdrachten Executieve Functies en tienerbrein
Executieve functies zijn aangeboren en ontwikkelen zich verder door biologie en door ervaringen. De omgeving (leerkrachten, ouders...)
speelt dus bij die ontwikkeling een belangrijke rol.
Bij leerlingen die opgroeien in armoede, staat de ontwikkeling van de executieve functies sterk onder druk.
1Lees
Lees hieronder over de ontwikkeling van de executieve functies. Wat blijft je bij?
2Denk
Kan je je voorstellen dat wanneer leerlingen enkele executieve functies (nog) niet sterk ontwikkeld hebben, het niet eenvoudig is om alles van de (bovenstaande) pijlers te bereiken?
Welke mogelijke discrepanties zie je?
3Denk
Wat doet het met een leerling als hij/zij niet kan voldoen aan de verwachtingen van het team?
4Denk
Wat doet het met leerkrachten wanneer leerlingen niet voldoen aan hun verwachtingen?
5Denk
Hoe zou de leerkracht hiermee om kunnen gaan? Deze wilt alle leerlingen goed mee krijgen, hij/zij wilt tegelijk hoge verwachtingen stellen....
6Denk
Hoe zou jij als onderwijsondersteuner hierin een rol kunnen spelen?
7Noteer
Noteer je bedenkingen in de blogpost onderaan. Dat mogen losse ideeën en bedenkingen zijn, reageer gerust op elkaars input en bouw verder.
Twijfelen mag (moet) ;)
De ontwikkeling van baby tot volwassenen
Alle basisvaardigheden zijn verworden voor de leeftijd van 10 jaar. Dit houdt, naast de motorische, taal- en waarnemingsvaardigheden, ook de cognitieve vaardigheden en EF in. Kinderen ontwikkelen de aanzet hiervan vaak in een beschermde en aangepaste omgeving. Naarmate ze ouder worden, zijn steeds meer klaar voor authentiekere situaties en complexere vaardigheden (zoals skaten, jongleren, voetbal, jazz dance....).
De EF zijn dus in de kindertijd latent aanwezig en ontwikkelen zich doorheen de adolescentieperiode. Hieronder staan, per ontwikkelingsfase, enkele EF en hun groei. Het geeft een idee, want individuen verschillen in snelheid waarin de EF (en het brein) zich rijpen. De omgeving en de biologie spelen een belangrijke rol bij die ontwikkeling.
Culturele factoren
- religie, etniciteit, ...
- Normen en waarden, pedagogische visie van de ouders, gebruik van de sociale groep
Kortom, heel veel factoren beïnvloeden onze identiteit en maken dat we zijn wie we zijn.
Armoede
Opdrachten Armoede
Opgroeien in stress hypothekeert je heden en je toekomst
1Voel
We ervaren allemaal stress.
Denk aan wat jou stress bezorgt.
Beeld je nu in dat dit een chronische situatie zou zijn.
Welke impact zou dit hebben op jouw gevoelswereld
en functioneren?
2Lees
Lees hieronder over armoede en stress. Wat blijft je bij?
3Denk
Welke impact hebben armoede en stress op de ontwikkeling van de executieve functies?
4Denk
Welke impact heeft armoede op de verschillende factoren die de identiteit van een jongere ontwikkelen?
5Denk
Hoe kan de leerkracht rekening houden met de impact van armoede bij het stellen van zijn/haar verwachtingen (zie pijlers)?
6Noteer
Noteer je bedenkingen in de blogpost onderaan. Er zijn geen eenduidige antwoorden, dus aarzel niet om luidop te denken en te zoeken.
Armoede en stress
Armoede
De sociale zekerheid heeft tot doel de kloof tussen rijk en arm te verkleinen. Toch vertoont de wetgeving veel gaten.
Het idee bestaat dat wie wil, dankzij democratisering van het onderwijs, gezondheidszorg... de kans heeft om hogerop te geraken. Je moet wel lui, dom of dronken zijn om die kans niet te grijpen. Deze verklaring van armoede noemt men 'het individueel schuldmodel'.
Deze maatschappelijke veroordeling geeft mensen in armoede een schaamte- en schuldgevoel. Dat zorgt voor een negatieve impact op hun zelfbeeld.
Armoede is taboe
We zijn geneigd te denken dat er in onze cultuur geen taboes meer bestaan of dat ze in elk geval geen rol meer spelen. Niets is echter minder waar.
Wat taboe is, wordt bepaald door culturele, religieuze of politieke context. Het zijn onderwerpen waar men moeilijk tot niet in dialoog over gaat of kan gaan. Het schenden van een taboe kan leiden tot schaamte of sociale uitsluiting. Daarom proberen we het taboe geheim te houden.
Armoede is voor veel mensen een taboe. Ze geven niet graag toe in armoede te leven. Ze zijn bang voor sociale uitsluiting door anderen.
Schaamte ontneemt een persoon zijn gevoel van eigenwaarde. Vaak gaat schaamte gepaard met een schuldgevoel. Men voelt zich schuldig omdat men niet aan de verwachtingen van anderen kan voldoen.
Impact van stress op ontwikkeling hersenen
Het opgroeien in voortdurende stress heeft een impact op de ontwikkeling van de hersenen.
Stress zorgt ervoor dat de energie die bij de ontwikkeling van de hersenen naar het stresscentrum amygdala gaat in plaats van naar het verbinden van neuronen.
Verbindingen in de hersenen worden hierdoor niet altijd voldoende gelegd. Van jongsaf aan creëert dit een motorische en neurologische achterstand.
Zo komt het dat kinderen en jongeren in armoede zich cognitief en sociaal-emotioneel trager ontwikkelen dan hun leeftijdsgenoten uit de middenklasse.
Impact van armoede op beleefwereld
Jongeren bewegen zich veelal in eigen sociale klasse. Ze hebben weinig voeling met elkaars leefwereld en vooral met het niet-waarneembare, namelijk de gevoels- en belevingswereld. Ze gaan daarover nauwelijks met elkaar in dialoog.
In onze maatschappij wordt erg de nadruk gelegd op verbindende communicatievaardigheden. Jongeren in armoede hebben weinig kansen om hun sociale en communicatievaardigheden te oefenen. Deze vaardigheden worden als kind aangeleerd door deel te nemen aan verschillende activiteiten, in verschillende sociale contexten.
Anderzijds is het herkennen van gevoelens een leerproces. Jongeren in armoede worden minder uitgedaagd om hun gevoelens onder woorden te brengen. Je gevoelens onder woorden brengen als je stress hebt, is bovendien geen makkelijke opdracht.
Armoede en school
Op school wordt verwacht dat kinderen zelf verbanden leggen. Jongeren zijn echter erg afhankelijk van hun opvoeders voor die kennis. De opvoeders zijn immers diegenen die kennis doorgeven. In een onveilige leersituatie kan kennisoverdracht voor flink wat stress zorgen.
Jongeren hebben leerkrachten nodig om de wereld te leren begrijpen. Sommige jongeren zullen snel de strategieën doorhebben die de leraar hen aanbiedt en zelf beginnen met het leggen van verbanden. Hoe meer stress je hebt, hoe moeilijker dit proces verloopt.
We leven in een maatschappij waarin veel vaardigheden en kennis als evident worden beschouwd. Wat voor jongeren in armoede een hele krachttoer is, wordt door anderen als evident beschouwd. Men krijgt weinig erkenning voor wat men wél kan of voor de inzet die het heeft gekost. Terwijl erkenning krijgen juist heel belangrijk is voor het ontwikkelen van een positief zelfbeeld.
- BLOG
Klik op 'More posts' om in de blog te komen
Bronnen en materiaaltips
- Dawon, P., Guare, R. (2015). Slim maar... Help adolescenten hun talenten benutten door hun executieve functies te versterken. Amsterdam, Hogreve. In deze pubereditie laten de auteurs zien wat ouders en professionals kunnen doen om jongeren te helpen bij het versterken van hun executieve functies. Aan de hand van activiteiten, voorbeelden en oefeningen kunnen ouders en professionals aan de slag. Je vindt er ook vele praktische tips en enkele materialen om meteen mee aan de slag te gaan.
- Jolles, J. (2017). Het tienerbrein. Over de adolescent tussen biologie en omgeving. Amsterdam University Press. Dit boek geeft je inzichten in de ontwikkeling van een tiener. Voor wie een adolescent beter wil begrijpen, is dit boek een echte aanrader. Ook op zijn blog vind je veel info hierover: https://www.jellejolles.nl/blog/
- Materialen leerlabo (2019-2020). Lesgeven aan tieners (samenwerking OCB en Schoolmakers)
- Kleine kinderen, grote kansen: http://www.grotekansen.be. De website bevat vele concrete manieren om kwetsbare jonge kinderen te ondersteunen en stimuleren, via kwaliteitsvolle interacties, beeldvorming en verbindende concepten.
Ingrid Heps- Katrijn De Groote - Aaron Van Parys - 2020
© 2019